Hoe taboe is het om te zeggen dat je naar een psychologe gaat om te leren omgaan met het aanvaarden van je beperking?
Ik weet het niet, maar ik ben toch van plan erover te schrijven. Want het moet gezegd, mijn psychologe heeft me door een hele moeilijke periode geholpen. Niet enkel door me te laten vertellen over mezelf en door bij haar te kunnen uithuilen, maar ook door me attent te maken op mijn vele denkfouten en samen met mij te komen tot bepaalde inzichten die me verder helpen.
Omdat ik in de sociale sector heb gewerkt, denk je misschien dat het voor mij gemakkelijker of eenvoudiger is om naar een psychologe te stappen. Niets is minder waar. Uiteindelijk is het een zoektocht naar de ‘juiste’ persoon waarbij je jezelf kwetsbaar durft opstellen. Daarnaast was het voor mij super belangrijk om bij iemand in begeleiding te gaan waarmee ik niet samenwerk: niets is zo ongemakkelijk om bij iemand op gesprek geweest te zijn de dag voordien en de volgende dag samen te overleggen met iemand die ik zelf in begeleiding heb. Het is dus een zoektocht geweest naar een goede (en ook betaalbare) psychologe, waar het ‘mee klikt’.
Ik ben ervan overtuigd dat het niet iemand moet zijn die me aardig vindt of die ik aardig zou moeten vinden, maar ik moet er me bij op mijn gemak voelen. En dat is me gelukt.
Ik ben vorig jaar een hele periode thuis geweest van het werk – van januari tot september. Terwijl ik in februari al dacht naar het werk terug te kunnen keren, heeft het ‘iets’ langer geduurd om mezelf bij elkaar te krijgen en me voldoende sterk te voelen om terug aan de slag te gaan. In die periode ging ik van start met gesprekken met een psychologe van een centrum voor geestelijke gezondheidszorg in de buurt.
In het begin was het wat aftasten en zoeken, maar wel met een duidelijke ‘aanmeldingsvraag’. De mijne was en is voornamelijk: leren aanvaarden en omgaan met mijn reuma en beperkingen. Gaandeweg heeft ze me gewezen op een aantal ‘denkfouten’ en liet ze me een aantal belangrijke zaken inzien. Gelukkig heb ik een psychologe die me haar inzichten ook durft meegeven, waarover ik dan weer kan nadenken. (Ik heb niets aan een therapeut die enkel luistert en wat ‘empathie’ toont. Ik moet kunnen nadenken en overdenken – ik ben dan ook een piekeraar.)
Het eerste inzicht was heel belangrijk en dat neem ik voor altijd met me mee:
Ik moet mezelf vergelijken met een gsm-batterij. De eerste keer dat je een nieuwe gsm gebruikt, moet je die voldoende opladen en niet te vroeg willen gebruiken of de batterij moet steeds weer en steeds sneller terug worden opgeladen en gaat uiteindelijk ook na een kortere periode stuk. Ik heb de periode van januari tot september moeten gebruiken om terug volledig op te laden. Daarnaast moet ik tussendoor zorgen dat ik voldoende heroplaad – in mijn geval mag dat iets meer zijn en beter ingepland. Ik heb geleerd om meer aan mezelf te denken zonder me daar te veel schuldig over te voelen. Ik heb nu éénmaal tijd nodig voor mezelf en ik moet die dan ook gebruiken. (Aan dat schuldgevoel werken we nog ;))
Een ander belangrijk inzicht is het volgende:
Wanneer er in een roeibootje mensen aan het roeien zijn en er eentje wegvalt, dan is het onmogelijk om enerzijds de roeispanen van diegene die uitvalt over te nemen en zelf deftig verder te roeien. Anderzijds is het ook onmogelijk het bootje aan dezelfde snelheid op dezelfde manier verder te laten varen. Conclusie: neem niet teveel hooi op je vork en als er een collega (of jezelf) uitvalt op het werk, is het onmogelijk om hetzelfde werk te verrichten met minder aantal mensen aan dezelfde kwaliteit. Met daarbij de boodschap: dit is normaal, voel je daar niet zo schuldig over! (Heb ik al vermeld dat we nog werken aan dat schuldgevoel? ;))
Hele moeilijke boodschappen, want ik ben nu éénmaal iemand die haar identiteit vaak gekoppeld heeft aan het werk dat ik doe/deed. Wanneer je met iemand kennis maakt, stel je trouwens meestal jezelf voor en zeg je wat je doet, namelijk welke job je uitvoert. Wanneer je – zoals ik – thuis bent, heb je niet echt de neiging om te zeggen dat je ‘op mutualiteit’ staat of ‘niets doet’. Soms doe ik dat wel – en steeds meer en meer – tegen mensen die ik ken. Tegen onbekenden zeg ik er niets over of zeg ik gewoon dat ik loopbaan- en trajectbegeleidster ben – mijn laatste job.
Ik heb tijdens de sessies met de psychologe geleerd om ook te gaan kijken naar mijn gezondheid. Lichaam komt op de eerste plaats – geloof het of niet: ik heb het lang geprobeerd te negeren en dat is me ook stevig en stelselmatig gelukt. Maar je crasht, geloof me vrij…
Maar vooral ook: gezin en familie, genieten van de dagdagelijkse, simpele en evidente dingen. Ik heb geleerd om meer te gaan plannen, rekening houdend met dat lichaam van mij, en mijn grootste uitdaging is en blijft: doseren. De neiging om op ‘goede’ dagen er stevig in te vliegen is heel groot. Vooral ook omdat het allemaal zo onvoorspelbaar is – soms moet ik boeten omdat ik er ben ingevlogen en soms helemaal niet. Soms moet ik boeten terwijl ik bijna niets gedaan heb… Niet gemakkelijk.
Op dit moment ga ik niet meer 2 wekelijks op gesprek. De voorlaatste keer had ik haar zeker al 4 maanden niet meer gezien – door de operatie aan mijn voet was ik minder mobiel en er was ook eens een dag dat ik gewoon niet meer kon auto rijden door mijn reuma en ik het geplande gesprek heb moeten afbellen. Tijdens dat voorlaatste gesprek vroeg de psychologe me of het nog wel nodig was om bij haar langs te gaan. Het is een standaard vraag die regelmatig terug keert. Ik vind het een goede vraag; zo blijven we alle 2 alert en ‘on track’.
Ik had mijn waterval van traantjes deze morgen dus helemaal niet verwacht. Ik had zelfs het gevoel dat ik eigenlijk niets te vertellen zou hebben tijdens ons gesprek. Maar ik heb het blijkbaar nodig. Het is voor mij ook de enige plaats waar ik vrij uit durf te praten en wenen en me niet schuldig voel als dat enkele gesprekken na elkaar ook zo gebeurt. Ik kan er enkel uit besluiten dat ik die gesprekken nog nodig heb en ik kan het alleen maar aanraden aan anderen.
Het helpt, maar enkel als je iemand vindt waar je je zelf kan zijn en die voldoende afstand kan nemen om met jou tot andere inzichten te komen. En geloof me vrij: als er iets is waar ik een ‘hekel’ aan heb in de hulpverlening is het de zin ‘je moet het een plaatsje kunnen geven’, maar uiteindelijk komt het er wel altijd op neer…
Betaalbare en goede psychologen en therapeuten kan je vinden in Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Meer info op: https://www.zorg-en-gezondheid.be/Nieuws/Uniforme-tarieven-voor-centra-geestelijke-gezondheidszorg/
Vind je die stap een beetje te groot – de term ‘geestelijke gezondheidszorg’ is ook eentje om schrik van te krijgen – dan kan je ook terecht in een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk. Meer info op: http://www.caw.be/
Ook je huisarts of specialist kan je prima ‘doorverwijzen’.