Het is moeilijk geweest de laatste dagen. Terwijl ik voordien mijn reuma-aanvallen relatief goed zelf onder controle kon brengen, was het deze keer toch een hele uitdaging.
Normaal neem ik wat meer Paracetamol in als ik meer pijn heb, maar de laatste weken was ik al overgegaan naar Ibuprofen – ook op aanraden van de assistent-reumatoloog tijdens mijn laatste bezoek in het ziekenhuis. Een dikke week geleden ben ik de Ibuprofen gaan verdubbelen (naar 2 x 800 mg) en daar kreeg ik rare tintelingen van in mijn aangezicht. Ondanks al de medicatie, kreeg ik mijn aanval niet onder controle. Heel veel pijn in mijn linkervoet, mijn beide heupen, polsen, vingers en ellebogen.
Ik neem niet snel tussendoor rechtstreeks contact op met mijn reumatologe, maar donderdag heb ik haar uiteindelijk gemaild. Die dag was alles me gewoon te veel: het koste me extra moeite om naar en aan het werk te gaan en éénmaal de permanentie-uren in het Reuma Expertise Huis voorbij waren, ben ik de zetel ingekropen. De reumatologe raadde me aan over te stappen naar Voltaren, een andere ontstekingsremmer, en langs te gaan bij de huisarts (onder andere voor het voorschrift en een bloedafname).
Sinds vrijdag neem ik 2x 150 mg Diclofenac Retard: ’s ochtends en ’s avonds. (Diclofenac is de generische variant van Voltaren.) Die ‘Retard’ zorgt ervoor dat ik doorheen de komende 12 uren stelselmatig ontstekingsremming krijg. Daarnaast leg ik (nog steeds) een coldpack afwisselend op mijn heupen en mijn voet. Mijn energie-niveau lijkt nu wat aan de betere hand: dat kan natuurlijk ook zijn omdat ik sinds donderdag eigenlijk vooral probeer zoveel mogelijk te rusten. De ontstekingsremmers doen ook wel hun werk, waardoor mijn lichaam wat minder energie daaraan verliest.
En toch is het nog vooruit ‘kruipen’. Kleine dingen doen, zoals het terras opborstelen, maken dat ik voor de komende uren weer ‘uit’ lig. Ik moet strijken, poetsen, opruimen, wassen en plassen. Maar niet vandaag. Nog niet nu. Ik ga het proberen te plannen. Terug elke dag een beetje doen in het huishouden. Terug de draad oppikken; een ritme dat relatief goed lukte, ligt nu weer helemaal in de war door die reuma-aanval. En ik zou echt graag ons huis aan kant hebben tegen vrijdag; zaterdag houdt mijn dochter haar slaapfeestje hier thuis voor haar verjaardag en dan hoop ik toch iets of wat weer een beetje in vorm te kunnen zijn.
Maar het is en blijft afwachten. Hopen dat het steeds betert en ik weer een beetje vooruit kan. Mijn hoofd niet laten hangen en niet toegeven aan dat gevoel van me op te willen krullen in mijn bed en de boel de boel te laten. “Hoe ik het toch volhou?” wordt me regelmatig gevraagd, “Je ziet er altijd zo opgewekt uit en blijft zo positief.” Tja, wat moet ik anders? Niemand heeft er iets aan dat ik me laat gaan, alhoewel het soms wel goed doet om eens te wenen uit frustratie, pijn en verdriet. Maar even, heel even. En dan weer vooruit. Stilletjesaan… Met kleine stapjes kom ik er uiteindelijk ook wel…